Vissenwelzijn

De maatschappelijke aandacht voor dierenwelzijn en dus vissenwelzijn is de laatste jaren sterk toegenomen. In plaats van dieren alleen te beschouwen als waardevol voor de mens wordt aan het dier ook een eigen waarde toegekend.


Met name de bewustwording van deze eigen waarde heeft tot gevolg gehad dat de samenleving kritisch is gaan kijken naar het omgaan met dieren. Een proces dat bijvoorbeeld tot uiting komt in wetgeving en beleid. Ook de hengelsport is hier al jaren mee bezig. Het verbod op het gebruik van de levende aasvis is hier een voorbeeld van, net als de discussie over wedstrijdvissen, het gebruik van leefnetten en het terugzetten van vis. Daarnaast werkt de overheid aan een specifiek welzijnsbeleid voor vissen.

Vissen en het genieten van de natuur is echter voor veel hengelaars een bron van ontspanning en heeft een positief effect op het welbevinden van een groot aantal mensen.
Wie zelf vist of kinderen leert vissen, zal op een correcte wijze moeten leren omgaan met ethische kwesties rond de hengelsport.
Men zal zich tevens moeten realiseren dat het dieper gaat dan de vraag of je voor je plezier vis mag vangen. Het gaat ook om de vraag over hoe je met de vis en de natuur omgaat. Het aanzien van de hengelsport staat of valt hiermee.

In Nederland is hengelen op veel zoet- en zoutwatervissen toegestaan en gebruikelijk. Het merendeel van de hengelaars vist op zoetwatervissen. De hengelsport is door de Rijksoverheid in de Visserijwet 1963 geregeld en bijna alle vissoorten vallen hieronder. Een enkele zeldzame soort valt onder de Wet Natuurbescherming en hier mag niet op worden gevist of dient onmiddellijk te worden teruggezet in hetzelfde water.

Als HVZ nemen wij onze verantwoordelijkheid ten aanzien van vissenwelzijn om onze vereniging groot en sterk te houden en de belangen van de leden te behartigen. Echter dit kunnen wij niet zonder de hulp van onze leden. Als actieve natuurdeelnemers dragen zij de verantwoordelijkheid voor een zorgvuldige omgang met vis en de natuur. Speciale aandacht zal hierbij ook uitgaan naar kinderen. Kinderen vissen graag en dat vissen gebeurt uiteraard niet in alle gevallen goed. Wanneer ze niet goed begeleid worden, maken ze fouten. Wij zullen als hengelsportvereniging door het inrichten van allerlei jeugdvisactiviteiten kinderen goed visgedrag proberen bij te brengen.

Vissers dienen ten alle tijden respectvol en met gezond verstand met natuur om te gaan. Zorg voor vissenwelzijn komt uiteindelijk aan op het juiste gedrag van de individuele sportvisser. De maatschappelijke aanvaardbaarheid van sportvisserij wordt onder andere bepaald door beeldvorming.
Dus beste sportvissers laten we onze verantwoording nemen en onze hobby uitoefenen met “respect” voor flora en fauna zodat het aanzien van de hengelsport niet wordt geschaad en waarbij onnodig vissenleed wordt voorkomen. 

Voor meer informatie over vissenwelzijn en pijn, zie: https://vistikhetmaar.nl/dossiers/pijn/

Omgang met vis – (gebaseerd op gedragscode welzijn vis van Sportvisserij Nederland)
Vissen is een activiteit waar levende dieren bij zijn betrokken. Het welzijn van vissen kan ten gevolge van het vangen, onthaken en terugzetten van vis bij onzorgvuldig handelen negatief worden beïnvloed. Beschadigingen en/of stress kunnen het gevolg zijn. Vissers zijn daarom verplicht met zorg en respect met de vissen om te gaan.

1. Wees ervan bewust dat gevangen vissen (dood of levend) gevaarlijke visziektes kunnen verspreiden. Zet een gevangen vis daarom alleen terug in het water waar deze is gevangen.

2. Het materiaal dient geschikt te zijn voor de te vangen vis (formaat en soort vis, soort). Gebruik het  juiste en goede materiaal voor de soort vis waarop je wilt vissen. 

3. De vis dient voorzichtig te worden geland en tijdens het onthaken goed te worden vastgehouden. 

4. Vissen die voor eigen consumptie zijn bestemd moeten - liefst vóór het onthaken - worden gedood door een stevig klap op de kop. Dit dient bij voorkeur te gebeuren met een daarvoor geschikt zwaar voorwerp.

5. Vissen mogen alleen levend worden bewaard in geschikte leefnetten overeenkomstig de leefnetcode van Sportvisserij Nederland, in een geschikte bun e.d., die voldoende ruimte en
zuurstof bieden.

6. Vissen met levende aasvis is in Nederland verboden. Aasvissen voor het vissen op roofvis, dienen
vóór bevestiging aan de haak te worden gedood door een klap op de kop.

7. Tijdens viswedstrijden dient te worden voorkomen dat de gevangen vis tijdens het wegen en terugzetten wordt beschadigd. Zorg er voor dat er voldoende weegpunten aanwezig zijn, vermijd te lange blootstelling aan lucht en zet de vis zo dicht mogelijk terug bij de plek waar deze is gevangen.

9. Zet gevangen vis in de best mogelijke conditie terug door:
a.Zodanig te werk te gaan en middelen te gebruiken dat tijdens het drillen, onthaken en/of terugzetten van de vis geen verwondingen aan de slijmlaag en organen van de vis worden veroorzaakt. 
b.Altijd over een hakensteker, een onthaaktang en geschikt landingsmiddel (bijv. schepnet) te beschikken.
c.De tijd dat een vis uit het water is, zo kort mogelijk te houden.
d.Een vis alleen met nat gemaakte handen aan te raken.
e.De vis bij voorkeur in het water te onthaken.
f. Het contact met de kieuwen en ogen van de vis te vermijden.
g.Bij het vissen op roofvis altijd een kniptang mee te nemen voor het doorknippen van de (meertandige) haken. 
h.Bij het onthaken van grote vissen (karper en snoek) altijd een onthaakmat te gebruiken
i. Bij diep gehaakte vissen de lijn zo dicht mogelijk bij de haak door te knippen en daarna de vis weer terug te zetten, mits verwacht wordt dat de vis dit overleeft.
j.  Ernstig gewonde vissen niet terug te zetten, maar direct te doden en meenemen naar huis.
k. Niet op zodanige dieptes te vissen, dat vissen door het drukverschil beschadigd raken. 
l.  De gevangen vis zo snel mogelijk voorzichtig in hetzelfde water terug te zetten.
m.Indien nodig de vis bij het terugzetten te ondersteunen, totdat deze in staat is om op eigen kracht weg te zwemmen.
n.Ruim na een visdag lijnen en ander afval op. Achtergelaten vislijnen en haken kunnen veel schade aanrichten. 

Voor meer informatie over verstandig vissen: zie de brochure van Sportvisserij Nederland.  Verstandig Sportvissen.

Sportvissers gebruiken soms een leefnet om gevangen vissen tijdelijk in op te slaan. Het gebruik van leefnetten stond in het verleden wel eens ter discussie omdat ze vaak te klein en van ongeschikt materiaal zouden zijn. Onderzoek heeft aangetoond dat vissen er zonder problemen in overleven, mits het leefnet groot genoeg is, van het goede materiaal is gemaakt en op de juiste wijze wordt gebruikt. 

Met uitzondering van de wedstrijdvisserij is Sportvisserij Nederland binnen het sportvissen geen voorstander van het gebruik van leefnetten. De leefnetcode (zie hieronder) dient als richtlijn voor sportvissers die tóch een leefnet willen gebruiken.

De Leefnetcode schrijft het volgende voor:

A. Een goed leefnet heeft de volgende eigenschappen:
• diameter van 40 cm of meer
•lengte van 2,5 meter of meer
•maaswijdte van maximaal 6 mm
•knooploos gemaakt
•van zacht materiaal
•voorzien van voldoende hoepels om het goed uit te leggen

B. De sportvisser dient er tijdens het vissen voor te zorgen dat:
•een zo groot mogelijk deel van het net onder water ligt, zodat de vis het complete volume kan benutten;
•het leefnet bij voorkeur horizontaal gestrekt in het water ligt;
•golven geen vat op het leefnet hebben;
•de vis zo kort mogelijk in het leefnet verblijft;
•er niet te veel vis in het leefnet zit;
•het leefnet na het vissen voorzichtig wordt leeggemaakt.